Tips

Belastingvrij sparen in 2024: de belangrijkste veranderingen

20-12-2023

Het belastinglandschap verandert voortdurend, en dat geldt ook voor de regels rondom belastingvrij sparen. In dit blog leggen we uit wat er gaat veranderen in 2024, hoeveel spaargeld je mag hebben zonder belasting te betalen en welke impact deze wijzigingen kunnen hebben op jouw financiële situatie. 

Aanpassingen na Prinsjesdag 2023 en heffingsvrije vermogen 2024

Tijdens Prinsjesdag zijn er belangrijke wijzigingen aangekondigd voor de belasting op je vermogen in 2024. Gelukkig hoef je niet over elke euro aan spaargeld belasting te betalen. Er is namelijk een grensbedrag waarvoor een vrijstelling geldt, ook wel het heffingsvrije vermogen genoemd.

Dit brengt ons bij de vraag: "Hoeveel spaargeld mag ik hebben in 2024?" Het grensbedrag kan elk jaar veranderen, maar het heffingsvrije vermogen blijft voor 2024 gelijk aan dat van 2023, namelijk €57.000. Voor fiscale partners is het heffingsvrije vermogen voor 2024 vastgesteld op €114.000.

Als jouw totale vermogen boven dit grensbedrag uitkomt, betaal je alleen belasting - in box 3 - over het bedrag dat je meer hebt dan deze vrijstelling.

Het belastingtarief voor box 3 stijgt echter wel van 32% in 2023 naar 36% in 2024. Dat betekent dat als je spaargeld en andere bezittingen boven de vrijstellingsgrens uitkomen, de belasting die je moet betalen in box 3 hoger zal zijn dan vorig jaar.

Veranderingen in de berekening van vermogensbelasting

De manier waarop de Belastingdienst jouw vermogensrendementsheffing - ofwel de 'spaartaks' - berekent is recentelijk gewijzigd door een uitspraak van de Hoge Raad eind december 2021. Deze uitspraak heeft geleid tot tijdelijke regels die al toegepast mochten worden sinds 2021 en zullen gelden tot ten minste januari 2027. 

In je belastingaangifte over vorig jaar, kon je nog kiezen tussen de oude en nieuwe rekenmethode voor het berekenen van je vermogensbelasting. In de belastingaangifte vanaf 2023 kun je echter alleen de nieuwe rekenmethode gebruiken. Hierbij wordt het vermogen verdeeld over drie groepen (spaargeld, overige bezittingen en schulden).

Voor elk van deze groepen is een eigen fictief rendement bepaald. Dit verschilt met hoe het was in het oude systeem. 

De percentages voor 2023 zijn als volgt:

  • Spaargeld: 0,92% 
  • Beleggingen en overige bezittingen: 6,17%
  • Schulden (na drempel): 2,46% 

Per januari 2027 wordt deze ‘overbruggingswetgeving’ vervangen door nieuwe regels, waarbij het werkelijke rendement dat je hebt behaald wordt belast, in plaats van het fictieve rendement.

→ Rekenvoorbeelden van de nieuwe methode vind je op de website van de Consumentenbond.  

Wat verandert er als ik beleg? 

De nieuwe methode om vermogensbelasting te berekenen kan voordelig uitpakken als je veel spaargeld hebt omdat hierover minder belasting wordt geheven dan bij overige bezittingen. Echter, wanneer je besluit een gedeelte van jouw spaargeld te investeren - bijvoorbeeld door te beleggen - kan dit leiden tot een hogere vermogensbelasting.

Ter illustratie: stel dat iemand €150.000 op zijn of haar spaarrekening heeft staan en besluit om €50.000 daarvan te gaan beleggen; dan zou volgens deze nieuwe methode de belasting over het totale vermogen kunnen stijgen - van €107 (cijfers 2023) naar €681. 

→ Ben je geïnteresseerd in het plannen van jouw financiële toekomst en wil je meer weten over hoe je dit effectief kunt doen? Bekijk dan ons blog: Financiële planning maken in 3 stappen: praktisch voorbeeld voor een persoonlijk financieel plan. Hier vind je handige tips en een stapsgewijze aanpak. 

Kun je beleggingen tijdelijk onderbrengen in spaargeld voor minder box 3 belasting?

Zoals je hierboven hebt kunnen lezen, is het fictieve rendement over spaargeld lager dan het rendement over overige bezittingen, waar beleggingen ook onder vallen. Hierdoor betaal je minder belasting over vermogen dat ondergebracht is in spaargeld en meer over vermogen dat in beleggingen en andere bezittingen zit.

Sommige mensen die graag minder belasting willen betalen vragen zich dan ook af: “wat als ik mijn beleggingen eind december verkoop en na 1 januari (de peildatum waar de Belastingdienst naar kijkt) weer aankoop?” Het belegde vermogen zou dan omgezet worden in spaargeld, dat lager wordt belast dan de beleggingen. Helaas werkt het niet zo, en dat komt door de peildatumarbitrage.

Nog iets om rekening mee te houden: de peildatum op 1 januari is voor het aankomende jaar. Voor de belastingaangifte over 2023 was de peildatum voor de box 3 dus op 1 januari 2023. De belastingaangifte over 2023 doe je vanaf april 2024. In 2024 is de peildatum 1 januari 2024, maar dien je die belastingaangifte pas in vanaf april 2025 wanneer je de aangifte doet over 2024. 

Peildatumarbitrage

Zet je overige bezittingen (zoals beleggingen) om naar spaargeld in de 3 maanden voor 1 januari (de peildatum), en koop je in de 3 maanden daarna weer beleggingen en bezittingen, dan leidt dit in principe niet tot een lagere belastingheffing in box 3. Meer schulden maken om je spaargeld te verhogen werkt meestal ook niet om minder belasting te betalen, vooral als je dit doet in de 3 maanden voor 1 januari en snel weer aflost in de 3 maanden daarna. Er zit dus een ‘buffer’ (de arbitrage) van 3 maanden voor en na de peildatum waar de Belastingdienst extra oplet om te voorkomen dat mensen op deze manier belasting proberen te ontwijken.

Als je dit wel probeert te doen komt de Belastingdienst mogelijk ‘verhaal halen’. Dan moet je wel een goede uitleg hebben waarom deze transacties plaats hebben gevonden en riskeer je een fikse boete (of zelfs strafrechtelijke vervolging!).

Het kan natuurlijk wel voorkomen dat je om legitieme redenen je vermogen (tijdelijk) hebt moeten verplaatsen. De Belastingdienst accepteert daar de volgende redenen voor:

  • Het is voor zakelijke redenen, niet om belasting te ontwijken. Je moet dit kunnen bewijzen.
  • Je verplaatst je vermogen voor 1 oktober of na 31 maart.
  • De verkoop- en aankooptransacties liggen meer dan 3 maanden uit elkaar.

Hoeveel spaargeld mag je hebben zonder belasting te betalen in 2023?

In 2023 was de vrijstelling voor het heffingsvrije vermogen ook vastgesteld op €57.000 per persoon en het dubbele (€114.000) voor fiscale partners. Het belastingtarief voor 2023 is 32%. 

Het heffingsvrije vermogen in 2022 vind je in ons blog van vorig jaar: Hoeveel mag je belastingvrij sparen in 2022 en 2023? 

Wat betekent het belastingplan voor 2024 voor jou?

Het nieuwe belastingplan introduceert enkele belangrijke wijzigingen die invloed kunnen hebben op hoeveel belasting je betaalt over je spaargeld in 2024. Hoewel we ons best doen om accurate en up-to-date informatie te verstrekken, raden we je aan altijd professioneel advies in te winnen bij je eigen belastingadviseur of accountant voor je specifieke situatie. De regels rondom vermogensbelasting zijn complex en veranderen vaak, dus het is belangrijk om ervoor te zorgen dat je de meest recente informatie hebt die van toepassing is op je persoonlijke financiële situatie.

Met deze informatie hopen we dat je beter bent uitgerust om geïnformeerde beslissingen te nemen over je financiële toekomst en hoe je kunt navigeren door de complexe wereld van vermogensbelasting. Als je twijfelt over jouw situatie, neem dan altijd contact op met een gecertificeerde belastingadviseur. 

 

Nieuwsbrief Inschrijving

Beter sparen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief